Op zoek naar een leuk cadeau voor jezelf of voor een natuurliefhebber in je omgeving? Wat denk je hier van…………
FOTOGIDS VAN DE LIBELLEN VAN NEDERLAND
Sinds 12 juni 2021 is de tweede druk leverbaar, nu met meer paginagrote foto’s, vliegtijdschema’s op het schutblad en aangepaste verspreidingsinformatie bij sommige soorten.
Mijn fotogids over de libellen van Nederland is rechtstreeks bij mij te bestellen. Het is ook te koop bij een aantal andere verkooppunten, o.a. bij een aantal buitencentra van Staatsbosbeheer, Veldshop.nl en Vermandel.com en 2 boekwinkels in Zeist en Doorn. Via Bol.com kan ook, wordt dan door mij geleverd.
KLIK HIER om rechtstreeks naar de voorbeeldpagina en het bestelformulier te gaan.
Het laatste deel van de vogels van Gambia en Senegal. De Sahelscharrelaar zagen we regelmatig, maar tijdens een safari in het Niokolo Kobo National Park in Senegal zaten ze vlak naast ons in de boom. Tijdens die rit zagen we in een flits ook nog een luipaard ons pad kruisen! Helaas te kort en te ver weg……..geen foto dus.
Ook bijeneters kruisten regelmatig ons pad. We zagen meerdere soorten, o.a de roodkeelbijeneters. Helaas werd de zandgroeve waarin ze broedden als stortplaats gebruikt en het afval werd daar ter plaatse verbrand. Hoe lang de bijeneters dat nog verdragen is de vraag. In de poeltjes onder in de groeve was geen leven meer te bekennen.
De laatste twee dagen en nachten van onze reis logeerden we bij Abca’s Creek, gelegen aan een zijtak van de Gambia rivier. Daar was ongeveer 1 meter hoogteverschil tussen eb en vloed. Op het drooggevallen slib zagen we de palmnut vulture krabben eten en ook oeverlopers en Senegalese grielen zochten daar dan naar voedsel. Vanaf het terras konden we dat mooi zien. Ook de varaan en hagedissen kwamen langs.
Op de laatste dag bezochten we het Pirang forest. Een soort oerbos waar we de groene duif na lang zoeken in de boom zagen zitten. Zelfs de bonte tok was lastig te vinden in de boomkruinen, terwijl die toch groot genoeg is.En het summum was de white spotted flufftail, een ral-achtig beestje dat zich in het struikgewas ophoudt en zich zelden laat zien. Maar de lokale gids wist het vrouwtje naar zich toe te fluiten! We hadden geluk, want dat lukt vaak ook niet.
Een indrukwekkend grote vogel is de Abessynian ground-hornbill. Die zagen we twee keer tijdens onze reis. Op de foto een mannetje en een juveniel, ze worden ongeveer 1 meter groot.
Na de drie afleveringen over de libellen die ik gezien heb in Gambia en Senegal is het tijd voor de vogels. Tijdens de reis lag de nadruk vooral op de vogels, geen straf, want er zijn daar veel mooie en indrukwekkende vogels te zien. In deze eerste aflevering een paar soorten die we op de eerste drie dagen gezien hebben tijdens onze wandelingen en een boottochtje.
lizzardbuzzardSenegalese griel, op de achtergrond sporenkievitgrijze torenvalkbluebrested kingfisher, teugelijsvogelwhite crowned robin chat schubkaplawaaimakerbroad-billed rollerlittle bee-eater, dwergbijeneteryellow-billed oxpecker, geelsnavelossenpikkerAfrikaanse slangenhalsvogelGoliath heron, reuzenreigerreuzenreigerpurperreigerbluebellied roller, blauwbuikscharrelaargiant kingfisher, reuzenijsvogel
Tijdens mijn reis in Gambia en Senegal kwam ik veel voor mij nieuwe soorten tegen. Tijdens het catalogiseren van de foto’s kwam ik nog een nieuwe soort tegen: Chalcostephia flavifrons (inspector). De foto is gemaakt op 19 november in de omgeving van het kamp op Baboon Island.
Daarna zaten we 4 nachten in Wassadou (Senegal) en hebben van daaruit diverse diverse wandel- en boottochtjes gemaakt. Eén bijzondere soort libel heb ik al eerder laten zien, maar hier zat hij gewoon bij de aanlegsteiger van de boot: Trithemis aconita.
Tijdens een boottochtje kwamen we een mannetje Ictinogomphus fraseri tegen die zich geduldig liet fotograferen.
Tijdens een wandeling door de omgeving van het kamp ontdekte Matthias (onze reisleider) een vrouwtje Phyllogomphus pseudoccidentalis. Ook die konden we uitgebreid fotograferen.
Vanuit de boot zagen we ook Paragomphus genei (groene haaklibel), maar daar kon ik helaas geen goede foto van maken, het is wat het is…
Op het kampterrein vlogen veel libellen rond, vooral bandgrondlibellen en moriaantjes, maar ook Zygonis torrides (watervallibel) en Phyllomacromia contumax (two banded cruiser). Van de watervallibel heb ik een foto. Later zagen we die ook nog ergens onderweg in tandem eitjes afzetten.
Op dezelfde plaats als de eitjes afzettende watervallibel zagen we enkele mannetjes en een copula van een andere mooie soort: Olpogastra lugubris (bottletail). De mannetjes gingen vaak mooi vrij zitten maar de copula verstopte zich achter de vegetatie.
In Gambia en Senegal komen twee soorten bandgrondlibellen voor: Brachythemis impartita (noordelijke bandgrondlibel) en Brachythemis leucosticta (zuidelijke bandgrondlibel). Het waarneembare verschil zit in de helderheid van de randen van het pterostigma en de adering daar onder. Bij de noordelijke bandgrondlibel is dat duidelijk lichter. De kleur van de libel is niet maatgevend, bij beide soorten worden de mannetjes donkerbruin.
Het is weer tijd voor een blogje over mijn ervaringen in Afrika. Het is natuurlijk logisch dat je in een ander werelddeel andere soorten ziet dan thuis. De eerste dagen ging het dan ook snel met de nieuwe libellensoorten, maar er kwam bijna elke dag wel weer een soortje bij. Ik heb nu alle foto’s van deze reis bekeken, 85 % weggedaan en nog zat overgehouden. Daar zitten op dit moment 23 nieuwe soorten libellen bij, de juffers niet meegerekend: die moet ik nog op naam brengen. Uiteindelijk ga ik de 30 wel halen denk ik. Een andere uitdaging zijn de oeverlibellen: er komen daar zeer op elkaar lijkende soorten voor en ik heb nog niet alle foto’s van oeverlibellen tot een soort kunnen herleiden.
Ik laat per dag een aantal soorten zien. Let vooral even op bij 21 november: deze libel vonden we tijdens de lunchpauze bij een langzaam stromend riviertje in Senegal. Voor zover bekend de eerste melding van deze soort voor Senegal. Altijd leuk!
Op 17 november zag ik man en vrouw van de Lucia widow. In mijn vorige blog zag je de Portia widow, die minder zwart in de vleugels heeft. mannetje links en onder, vrouwtje rechts. De onderste foto is van een mannetje Trithemis aconita, halfshade dropwing. Deze staat in de obeliskhouding om minder zon te vangen.
18 november
We waren deze dag in Marakissa Rivercamp en we maakten een kanotocht op de rivier. Behalve dat we daardoor veel vogels dicht konden benaderen, zaten we ook goed voor libellen. Links zie je een mannetje Aethriamanta rezia, pygmy darter. Een vuurrode kleine libel, een stuk kleinere dan onze vuurlibel, waar hij veel op lijkt. Overigens komt de vuurlibel ook veel voor in Gambia en Senegal. Rechts zie je een oeverlibel, soort voor mij nog onbekend.
20 november
Op 19 november hebben we 250 kilometer afgelegd om bij Baboon island te komen. Dat is een reservaat waar chimpansees in een beschermde omgeving kunnen leven. Het gebied is alleen te bezoeken vanaf de rivier met een excursie. We hebben een nacht in het kamp geslapen in een tent.
We zijn de volgende middag weer terug gevaren naar de vaste wal en hebben dichtbij overnacht.
Onderstaande foto’s zijn 20 november gemaakt. Midden boven Diplacodes Lefevrii (black percher), alle andere foto’s zijn van oeverlibel. De onderste foto is een kakelvers vrouwtje.
21 november
Onderweg naar Senegal lunchten we bij een riviertje, zoals boven vermeld. Van links naar rechts: Brachythemis locusta (red groundling), Brachythemis impartita ( northern groundling – noordelijke bandgrondlibel) en Oxythemis phoenicosceles ( pepperpants). De laatste is dus de eerste melding voor Senegal.
Binnenkort het laatste deel over een paar bijzondere libellen en dan is de beurt aan de vogels!
Van 14 t/m 28 november heb ik met Peter Grobben Fotografie een reis gemaakt naar Gambia en Senegal. Er waren totaal 4 deelnemers en een Nederlandse gids die al jaren in Gambia komt en de leuke plekjes en soorten goed kent. De focus lag vooral op de vogels, maar er was genoeg ruimte om naar libellen te kijken. Ik ben ook een paar keer met de gids op stap geweest om specifiek libellen te kijken.
In deze eerste aflevering laat ik de libellen zien die we de eerste twee dagen in de omgeving van de Gunjur Project Lodge en Kartong hebben gezien.
Voor mij hoofdzakelijk nieuwe soorten, dus als iemand een foutje ontdekt……laat het weten.
De paardenbijter is een libellensoort die vanaf juni tot vrij laat in het seizoen nog uitsluipt en vliegt. Hij behoort tot de glazenmakers, maar is wel een van de kleinere soorten binnen die familie. Je kunt hem in het hele land tegenkomen: boven de heide, in het bos, langs sloten en meren en niet te vergeten in de bebouwde kom bij grote en kleine vijvers. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat er een bij ons in de tuin de nacht doorbracht.
vrouwtje paardenbijter, eigen tuin 2017
Enkele weken geleden kwam ik een artikel tegen over de individuele herkenning van paardenbijters. Ik had nooit gedacht dat dat zou kunnen, maar de schrijver (Niek Haak) legde duidelijk uit waar je dan op moest letten. Ik vond het wel een uitdaging om dat eens te proberen. Ik heb op 4, 6, 11, 18 en 19 oktober alle paardenbijters gefotografeerd die ik kon fotograferen in een zodanige houding dat je de celstructuur in de vleugels goed kon zien.
Gekleurd: de vleugelvelden waarbinnen ik de cellen telde, vrouwtje
In bovenstaande door mij ingekleurde foto zie je dat het aantal cellen links en rechts niet gelijk hoeft te zijn en dat meestal ook niet is.
Linker vleugel van een mannetje.
Soms was het ook wel lastig om de grens te bepalen………
Mannetje
Op bovenstaande foto zijn de cellen goed te tellen, maar tegen een onrustiger achtergrond of vanuit een ongunstige hoek viel dat niet altijd mee.
Op een traject van ongeveer tweehonderd meter langs de tweede plas in het Leersumse Veld heb ik op genoemde data van 93 verschillende paardenbijters een bruikbare foto kunnen maken. Dat waren hoofdzakelijk mannetjes. Slechts één vrouwtje trof ik hangend aan de pitrus aan, enkele andere vrouwtjes zag ik in copula nadat ze door een mannetje waren opgespoord. Twee vrouwtjes zag ik in deze periode eitjes afzetten.
Copula van paardenbijter.
Opvallend was dat slechts 3 mannetjes zich op meerdere dagen lieten zien. Of ze er ook niet waren is natuurlijk niet te zeggen. Eén mannetje was aanwezig op 6, 11 en 19 oktober, een tweede mannetje op 11 en 18 oktober en een derde mannetje op 11 en 19 oktober.
Uit de gemaakte foto’s blijkt dat ik iedere teldag weer andere individuen te zien kreeg. Zelfs op 19 oktober zag ik niet één van de op 18 oktober getelde dieren terug, terwijl ik er toch 35 voor de lens kreeg!
Zonder de gemaakte foto’s had ik op 18 en 19 oktober tezamen 22 paardenbijters ingevoerd, inclusief een copula. aan de hand van de foto’s kom ik op 50! En dan vraag ik me zeker ook af, nog meer dan anders, hoeveel ik er gemist heb.
Verder viel me op dat er een paar mooie verse exemplaren tussen zaten: helemaal gave, glinsterende vleugels. Ze hebben er zin in, die paardenbijters!
Mannetje, 19 oktober
Het intensieve fotograferen op een klein stukje heeft me in ieder geval geleerd dat er veel meer paardenbijters zitten dan je op grond van zichtwaarnemingen zou denken. Het lijkt er op dat paardenbijters niet lang op één plek blijven omdat je de volgende dag weer allemaal andere dieren ziet, maar om dat met meer zekerheid te kunnen zeggen moet je natuurlijk elke dag gaan tellen en fotograferen.
Het was vandaag, 22 september 2022, een zonnige dag. Dat was in het veld goed te merken: er waren bijzonder veel tengere pantserjuffers actief; paren en eitjes afzetten. Ook de paardenbijters lustten er wel pap van. Ik zag veel mannetjes patrouilleren, soms wel 5 tegelijk. diverse vrouwtjes waren bezig met eiafzet en ik zag 2 copula’s. In andere jaren zijn er rond deze tijd ook veel bruinrode heidelibellen, maar die zag ik nu toch minder.
Copula van paardenbijters.copula van paardenbijters, dezelfde als boven.Copula van bruinrode heidelibellen.
Er staat gelukkig nog wel wat water in de plas, dus de bruinrode heidelibellen kunnen hun eitjes wel kwijt. Tengere pantserjuffers en paardenbijters zetten hun eitjes af in de stengels van pitrus en mattenbies of gele lis.
Eitjes afzettende tengere pantserjuffersDit vrouwtje paardenbijter zet haar eitjes af op een paal.Deze pakt het slimmer aan denk ik: in de stengel van pitrus.Deel van de eerste plas, de meest westelijke.
Zaterdag 6 augustus ben ik met de NVL (Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie) op excursie geweest in de Weerribben. Doelsoorten waren de glazenmakers en de gevlekte glanslibel. Het weer werkte niet helemaal mee, want er kwam op een gegeven moment toch aardig wat bewolking. De voorspelde muggen hielden zich gelukkig koest! We werden meteen aan het begin al getrakteerd op drie uitsluipende blauwe glazenmakers, altijd mooi om te zien. Bruine glazenmakers vlogen er rond, af en toe ruzie makend met de grote keizerlibel. De vurig gewenste groene glazenmaker zagen we alleen op 10 meter afstand hoog in een boom zitten (vr.). Af en toe ging er een blauwe glazenmaker mooi hangen, ook een paardenbijter gunde ons dat pretje.
Geen glazenmaker, maar niet te missen: Kempense heidelibel was alom aanwezig! Verder zagen we nog: azuurwaterjuffer, variabele waterjuffer, grote roodoogjuffer, lantaarntje, bruinrode -, steenrode – en bloedrode heidelibel, zwarte heidelibel, viervlek, vuurlibel, gewone pantserjuffer, noordse winterjuffer, bruine winterjuffer, gewone oeverlibel. Van de laatste zelfs nog een niet uitgekleurd mannetje.
Toen het om 3 uur weer wat zonniger werd was de excursie ten einde, maar ik ben met Bruno nog een rondje gaan doen. We hadden geluk: een gevlekte glanslibel ging dicht bij ons hangen en op een andere plek kwamen we een eiafzettend vrouwtje groene glazenmaker tegen.
eiafzettende azuurwaterjuffersuitsluipende blauwe glazenmakerhuidje van blauwe glazenmakeruitsluipende blauwe glazenmakerpaardenbijter, mannetjemannetje blauwe glazenmakeruitsluipende blauwe glazenmakergroene glazenmaker, vr.bruine winterjuffer, vr.vuurlibelKempense heidelibel, vr.Kempense heidelibel, mannetjegewone pantserjuffer, mannetjebruine glazenmaker, mannetjegevlekte glanslibel, mannetjenoordse winterjuffer, vr.blauwe glazenmaker in de armen van de tijgerspinzwarte heidelibelgewone oeverlibel, vers mannetjegroene glazenmaker, vr. eiafzettend
Een prachtige zonnige dag, weinig wind, lekker temperatuurtje. Maar waar de libellen zijn gebleven: geen paardenbijters, 2 grote keizerlibellen, 1 viervlek, 3 oeverlibellen en 2 vuurlibellen vertegenwoordigen de grotere soorten. Verder aardig wat verse bruinrode heidelibellen, 1 bloedrode -, 1 steenrode – en een paar zwarte heidelibellen. De pantserjuffers zijn beter in vorm, vooral de tengere pantserjuffers en de gewone pantserjuffers zijn goed aanwezig. Verder nog een paar tangpantserjuffers, een zwervende pantserjuffer en een kakelverse bruine winterjuffer. De eitjes zijn door de bruine winterjuffers al in april gelegd en de verse dieren beginnen nu al weer te vliegen. Een supersnelle ontwikkeling in de libellenwereld waar sommige soorten er wel 2 of soms 3 jaar over doen om volwassen te worden.
Vlinders zijn er nauwelijks te zien: de zuringspanner, een nachtvlinder, is volop aanwezig en nog een paar heideblauwtjes, een kleine vuurvlinder en een mannetje citroenvlinder.
zuringuilkleine vuurvlinder
Bij de vogels trekken de roodborsttapuiten alle aandacht naar zich toe en niet te vergeten de schreeuwende jonge havik! Ook de boomvalk liet zich even jagend zien. Zouden die alle libellen aan hun jongen hebben gevoerd?