
De kleine klapekster is in Nederland een zeldzame gast. Vanaf 2012 is er bijna elk jaar wel één te gast geweest. Dat trekt natuurlijk veel vogelaars. De vogel liet zich vaak zien in de toppen van sleedoorn of meidoorn, maar bleef wel ver weg: minstens op 80 meter schat ik, vaak nog verder. Dit keer dus geen portretjes, maar meer sfeerfoto’s.
Hij komt vooral voor in Zuid-Oost Europa en Azië en overwintert in Zuid_Afrika. Als hij hier terecht komt is hij dus wel een beetje uit de koers geraakt. Overigens broedde hij tot 1930 nog wel in België.
We konden goed zien hoe onze vogel, een zij, vaak uit de top omhoog vloog om iets uit de lucht te pakken of naar de grond dook en dan met een mestkever in de snavel weer terug kwam.
Het verschil met de klapekster die normaal in ons land overwintert zit hem o.a in het bredere zwarte masker, dat boven de snavel langs loopt en de grotere witte vlekken in de vleugel, vooral goed te zien als hij vliegt.
Ondertussen konden we ook nog genieten van een vrouwtje torenvalk, die ook vanuit de topjes spiedend rond keek, dook, en vervolgens met een groene sabelsprinkhaan weer omhoog kwam.

