De paardenbijter is een libellensoort die vanaf juni tot vrij laat in het seizoen nog uitsluipt en vliegt. Hij behoort tot de glazenmakers, maar is wel een van de kleinere soorten binnen die familie. Je kunt hem in het hele land tegenkomen: boven de heide, in het bos, langs sloten en meren en niet te vergeten in de bebouwde kom bij grote en kleine vijvers. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat er een bij ons in de tuin de nacht doorbracht.

Enkele weken geleden kwam ik een artikel tegen over de individuele herkenning van paardenbijters. Ik had nooit gedacht dat dat zou kunnen, maar de schrijver (Niek Haak) legde duidelijk uit waar je dan op moest letten. Ik vond het wel een uitdaging om dat eens te proberen. Ik heb op 4, 6, 11, 18 en 19 oktober alle paardenbijters gefotografeerd die ik kon fotograferen in een zodanige houding dat je de celstructuur in de vleugels goed kon zien.

In bovenstaande door mij ingekleurde foto zie je dat het aantal cellen links en rechts niet gelijk hoeft te zijn en dat meestal ook niet is.


Soms was het ook wel lastig om de grens te bepalen………

Op bovenstaande foto zijn de cellen goed te tellen, maar tegen een onrustiger achtergrond of vanuit een ongunstige hoek viel dat niet altijd mee.
Op een traject van ongeveer tweehonderd meter langs de tweede plas in het Leersumse Veld heb ik op genoemde data van 93 verschillende paardenbijters een bruikbare foto kunnen maken. Dat waren hoofdzakelijk mannetjes. Slechts één vrouwtje trof ik hangend aan de pitrus aan, enkele andere vrouwtjes zag ik in copula nadat ze door een mannetje waren opgespoord. Twee vrouwtjes zag ik in deze periode eitjes afzetten.

Opvallend was dat slechts 3 mannetjes zich op meerdere dagen lieten zien. Of ze er ook niet waren is natuurlijk niet te zeggen. Eén mannetje was aanwezig op 6, 11 en 19 oktober, een tweede mannetje op 11 en 18 oktober en een derde mannetje op 11 en 19 oktober.
Uit de gemaakte foto’s blijkt dat ik iedere teldag weer andere individuen te zien kreeg. Zelfs op 19 oktober zag ik niet één van de op 18 oktober getelde dieren terug, terwijl ik er toch 35 voor de lens kreeg!
Zonder de gemaakte foto’s had ik op 18 en 19 oktober tezamen 22 paardenbijters ingevoerd, inclusief een copula. aan de hand van de foto’s kom ik op 50! En dan vraag ik me zeker ook af, nog meer dan anders, hoeveel ik er gemist heb.
Verder viel me op dat er een paar mooie verse exemplaren tussen zaten: helemaal gave, glinsterende vleugels. Ze hebben er zin in, die paardenbijters!

Het intensieve fotograferen op een klein stukje heeft me in ieder geval geleerd dat er veel meer paardenbijters zitten dan je op grond van zichtwaarnemingen zou denken. Het lijkt er op dat paardenbijters niet lang op één plek blijven omdat je de volgende dag weer allemaal andere dieren ziet, maar om dat met meer zekerheid te kunnen zeggen moet je natuurlijk elke dag gaan tellen en fotograferen.