Op mijn libellenpagina staat een artikel over de invloed van warmte en droogte op de libellenstand in het Leersumse Veld. Maar dit geldt voor veel natuurgebieden in het zuiden en oosten van Nederland, met name de vennen en hoogvenen op de hoge zandgronden.
Het is eind oktober als ik onderstaande foto’s maak. Langzaam begint er weer wat water te komen in de al 3 maanden droog liggende plassen.
Gelukkig begon het al vrij vroeg in de zomer weer wat te regenen, waardoor de veenmoslaag niet helemaal uitdroogde. Ook de bodem van de plas werd weer wat vochtig, maar er stond nog niet veel water. De bodem van de plas was al snel bezet door allerlei planten en soms vonden de koeien zelfs al wat om te eten.
perzikkruid, kleine zonnedauw en knolrus
Door de vrij hoge temperaturen blijven er nog aardig wat libellen vliegen, vooral de bruinrode heidelibel doet nog erg zijn best. Heidelibellen en pantserjuffers hebben minder last van de droogte dan andere libellen, omdat ze als eitje overwinteren. Die eitjes komen uit in het vroege voorjaar. Er staat dan weer water waarin de larven zich vrij snel ontwikkelen en na een paar maanden sluipen de libellen uit.
Bruinrode heidelibel, mannetjeBruinrode heidelibel, mislukte vrijpartij of gewoon agressie?
Ook de houtpantserjuffer is nog present en ik zag ook nog een tengere pantserjuffer: een oud mannetje, helemaal bruin.
houtpantserjuffertengere pantserjuffer, mannetje
Tot slot een bruine winterjuffer, de enige soort in het Leersumse Veld die de winter als volwassen insect doorbrengt, maar meestal ver van het water in de hei of in het bos.
Veel mensen denken dat er in oktober geen libellen meer vliegen. Maar mijn vaste lezers weten wel beter! Zodra het zonnetje even doorkomt komen er weer een aantal soorten tevoorschijn. Natuurlijk niet alle soorten die we in Nederland kennen, maar wel de nazomer-soorten. Wil je weten welke? Bekijk dan onderstaande foto’s, die ik maakte op 16, 19 en 21 oktober.
Dankzij de veranderingen bij wordpress kun je de namen helaas niet meer lezen als je de foto’s groot bekijkt.
tengere pantserjuffer, man
tengere pantserjuffer, vrouwtje
bruinrode heidelibel, man
bruine winterjuffer, man
houtpantserjuffer, vrouwtje
paardenbijter, man
paardenbijter, vrouwtje
bruinrode heidelibel, copula
Vandaag, 21 oktober, zag ik hoe een mannetje paardenbijter een vrouwtje in volle vlucht uit de lucht plukte. Normaal gesproken volgt dan een paring, maar dat ging mis. Ze kwamen in het water terecht en nadat ze al vleugelklapperend probeerden omhoog te komen liet het mannetje na een poosje het vrouwtje los en vloog weg, het vrouwtje in het water achterlatend. Na een paar minuten zag het vrouwtje toch kans in een stengeltje omhoog te klimmen en door te fladderen naar een rietstengel om op te drogen. Ze hing er een half uur later nog.
Vandaag, 7 oktober 2020, was een dag met wisselvallig weer: veel bewolking, beetje zon en af en toe regen. Geen dag om op zoek te gaan naar libellen, maar ik deed het toch. Ik had mijn hoop gevestigd op de voorspelde zon in de middag, maar daar kwam helaas weinig van terecht. Het eerste wat ik vond was een tijgerspin. Toen ik even rondkeek zag ik er drie en vlakbij hingen 7 nestcocons.
wespspin, onderkant
wespspin, bovenkant
cocon
Als je op de link hieronder klikt, kom je op een fotopagina, waarop te zien is hoe de wesp zijn cocon maakt en daar eieren in legt.
Een insect waar ik niet zo vaak foto’s van maak is de langpootmug. Daar zijn diverse soorten van, volgens obsidentify is dit Tipula melanoceros. Hoe dan ook, ik vind hem prachtig en je ziet hier heel goed waarom ze langpootmug heten. De twee knotsjes net achter de voorvleugels zijn de gereduceerde achtervleugels. Ze worden ook wel halters genoemd en ze worden gebruikt als evenwichtsorgaan tijdens het vliegen.
Detail langpootmug
Gelukkig zag ik ook nog een paar libellen, maar dat was wel even zoeken: 1 bruinrode heidelibel, 2 tengere pantserjuffers en 3 houtpantserjuffers.
Tot slot nog iets heel anders, maar ook heel leuk: gestreepte nestzwammetjes. Het is een paddenstoel, het vruchtlichaam van een schimmel. Het lijken net schaaltjes met eitjes er in. Die “eitjes” zijn eigenlijk pakketjes met sporen. Als het regent spatten die uit het kommetje en verspreiden op die manier de schimmel. Werkelijke grootte is ongeveer 12 mm. denk ik.
Hieronder wat libellenfoto’s van het afgelopen jaar, om afscheid te nemen van dit libellenjaar. Of zou er nog een mooie decemberdag komen met een stoere bruinrode heidelibel, zoals op 3 december?
Vrouwtje zadellibel met mislukte vleugel, Millingerwaard
Zuidelijke keizerlibel, met mislukte vleugel, Millingerwaard
Paardenbijter
Tengere pantserjuffers in copula
Vrouwtje sierlijke witsnuitlibel, in vlucht tijdens eiafzet.
Plasrombout, Kwintelooyen
Vrouwtje zadelibel, 2 niet ontwikkelde vleugels, Millingerwaard
Zuidelijke keizerlibel, mannetje, Maarn
Mannetje bruinrode heidelibel, 3 december in Leersumse Veld.
Een koude maar zonnige dag, vandaag 28 oktober. De wintertijd is ingegaan en de zon liet zich vandaag goed zien. Maar de noordoostenwind deed ook zijn best. Dikke jas maar aan dus….. De bruinrode heidelibellen vlogen weinig, ik zag er drie vliegen. Maar ik zag er zeker negen in het zonnetje zitten. Hedwig vond bij het terugzoeken van een heidelibel nog een mannetje kleine roodoogjuffer, de laatste ooit gemeld in deze tijd van het jaar op waarneming.nl. We zagen ook nog een mannetje tengere pantserjuffer zitten en een mannetje paardenbijter voorbijscheuren.
Op de eerste foto zie je de meest westelijke plas van de drie grote plassen in het Leersumse Veld. Normaal staat hier ongeveer 60 cm. water! Ik betwijfel of alle libellenlarven dit overleven.
Na mijn vrijwilligersdienst in het informatiecentrum van Staatsbosbeheer nog even naar de pruikzwam gefietst. Nog bedankt Paul voor de tip. Mooi ding!
bruinrode heidelibel, mannetje
bruinrode heidelibel, mannetje (dezelfde als hier boven)
Veel mensen schijnen te denken dat er in de herfst geen libellen meer zijn, maar niets is minder waar. Alleen zijn het wel andere soorten dan in het voorjaar. In het Leersumse Veld zijn op dit moment de tengere pantserjuffers, de houtpantserjuffers, paardenbijters, bruinrode – , steenrode – en bloedrode heidelibel nog zeer actief. Dat wil zeggen dat ze bij zonnig weer en niet te veel wind nog volop paren en eitjes afzetten. Onderstaande foto’s laten één en ander zien.
Parende paardenbijters
Vrouwtje paardenbijter zet de eitjes alleen af, in verweerde stengels.
Dit vrouwtje zette haar eieren af door ze al vliegend boven de vegetatie te laten vallen.
Vrouwtje bloedrode heidelibel met eitje aan achterlijf.
Kleine roodoogjuffers zetten eitjes af in tandem op onder water groeiende planten.
Paring bruinrode heidelibel
Eiafzet op het water door tandem bruinrode heidelibel.
Paring van tengere pantserjuffers
Eiafzet in een pitrusstengel door tengere pantserjuffers.
Eiafzet in de bast van een wilgentwijg door tandem van houtpantserjuffers.
Het aantal soorten libellen is al weer aardig teruggelopen: viervlek, oeberlibel en witsnuiten laten zich niet meer zien, de grote aantallen watersnuffels zijn weg en van de pantserjuffers zijn alleen de tengere (grote aantallen) en de houtpantserjuffer nog over. Heidelibellen zijn er juist weer wel: bruinrode, steenrode, bloedrode en zwarte heidelibel zie ik nog elke keer. Maar maandag zag ik een nieuwe voor het Leersumse Veld: de zuidelijke heidelibel. Deze soort plant zich al een aantal jaren in het zuiden van ons land voort, maar hij laat zich dit jaar op allerlei plaatsen in het land zien. En nu dus ook in het Leersumse Veld. Hij is lastig van de andere rode heidelibellen te onderscheiden, want hij is ook rood, althans de mannetjes. De poten (vooral de achterste) zijn geler, het achterlijf heeft geen of minder zwart en er zit weinig zwart op de zijkant van het borststuk. Een goed kenmerk zijn enkele gele aders in de vleugels. Helaas is dat op mijn foto nou juist niet te zien. De komende dagen zal ik goed uitkijken naar deze soort en een betere foto maken. De foto’s hieronder zijn allemaal van maandag 11 september.
In het filmpje zie je hoe de zuidelijke heidelibel eitjes afzet.
De sensatie van het Leersumse Veld in de tweede helft van oktober waren natuurlijk de grote kruisbekken. Voor het eerst waargenomen op 9 oktober door Jan Mudde en vandaag 28 oktober nog steeds aanwezig. Vele vogelaars en vogelfotografen zijn er op af gekomen. Maar ook leuk is natuurlijk dat de klapekster weer aanwezig is.
De libellen zijn wat minder geworden, maar de bruinrode heidelibellen zijn nog volop aanwezig en werken nog hard aan het nageslacht. Ook de tengere pantserjuffers doen het nog goed. In mindere mate de houtpantserjuffers en de paardenbijters, maar allemaal waren ze 27 oktober nog present. De temperatuur gaat de komende dagen flink onderuit, dus maar afwachten wat er nog vliegt als we weer een paar warmere dagen krijgen. Al deze soorten kun je in november vaak ook nog wel tegenkomen, dus wie weet……..
Mooi weer de laatste dagen en daar maken de libellen en vlinders volop gebruik van. In onze buddleja zitten steeds wel 5 atalanta’s, groot en klein koolwitje, klein geaderd witje, distelvlinder, dagpauwoog, gehakkelde aurelia en kolibrievlinder. Gisteren zat er ook nog een kleine vuurvlinder in de tuin. Niet van allemaal plaats ik nu een foto, een selectie.
In Kwintelooyen, een recreatiegebied bij Veenendaal, zag ik eitjes afzettende roodoogjuffers ( in tandem) en vrouwtje bruine glazenmaker, lantaarntjes en kleine roodoogjuffer parend. Ik zocht ook naar de eerder gemelde zuidelijke glazenmaker, maar die heb ik toen gemist. Zaterdag belde Jan Freerk mij met de mededeling dat hij hem gevonden had! Meteen er naar toe gegaan en nu was het raak.