Zaterdag 15 september ben ik met de plantenwerkgroep van de KNNV Zeist op excursie geweest in de Hemelrijkse Waard, bij Lithoyen in Brabant. Hieronder wat foto’s van de waargenomen plantensoorten. Het gebied is vorig jaar pas gereed gekomen, dus er stonden veel pionierplanten en ruigteplanten zoals akkerdistel, fijnstraal, brandnetel, kamille. In de link staat de info van Natuurmonumenten. https://www.natuurmonumenten.nl/…/nieuws/hemelrijkse-waard-…
Het aantal soorten libellen is al weer aardig teruggelopen: viervlek, oeberlibel en witsnuiten laten zich niet meer zien, de grote aantallen watersnuffels zijn weg en van de pantserjuffers zijn alleen de tengere (grote aantallen) en de houtpantserjuffer nog over. Heidelibellen zijn er juist weer wel: bruinrode, steenrode, bloedrode en zwarte heidelibel zie ik nog elke keer. Maar maandag zag ik een nieuwe voor het Leersumse Veld: de zuidelijke heidelibel. Deze soort plant zich al een aantal jaren in het zuiden van ons land voort, maar hij laat zich dit jaar op allerlei plaatsen in het land zien. En nu dus ook in het Leersumse Veld. Hij is lastig van de andere rode heidelibellen te onderscheiden, want hij is ook rood, althans de mannetjes. De poten (vooral de achterste) zijn geler, het achterlijf heeft geen of minder zwart en er zit weinig zwart op de zijkant van het borststuk. Een goed kenmerk zijn enkele gele aders in de vleugels. Helaas is dat op mijn foto nou juist niet te zien. De komende dagen zal ik goed uitkijken naar deze soort en een betere foto maken. De foto’s hieronder zijn allemaal van maandag 11 september.
In het filmpje zie je hoe de zuidelijke heidelibel eitjes afzet.
De geelvlekheidelibel was vroeger een algemene soort in Nederland, maar de laatste jaren wordt hij steeds minder of niet meer gezien. Ook in Oost-Europa nemen de aantallen af. Het was bekend dat hij in sommige jaren opeens weer verschijnt en het was dus wachten op je kans om hem weer te zien. Dit jaar is hij er weer: er worden in het oosten van Nederland kleine aantallen gemeld. Ik ben naar Overijssel gegaan om deze zeldzaamheid te zien en voor de lens te krijgen. Het beestje gaat graag op de grond zitten en het is dus wat lastig om een mooie achtergrond te krijgen. Net als de andere heidelibellen zit hij graag op een lichte ondergrond om sneller warm te worden. Een opgedroogde koeienvlaai is dan prima en het geeft een wat rustiger ondergrond aan de foto. Op de plaats waar ik was zaten vier mannetjes, waarvan één al snel het fotomodel genoemd werd omdat die soms van zeer dichtbij te fotograferen was. Het is mijn neef Corné zelfs gelukt een selfie te maken met de geelvlek in beeld.